Ik heb een leven gered

Achteraf had ik ‘m een stomp in z’n maag moeten geven. Hij had me ervoor bedankt.

Had ik niet met hem in dezelfde richting gelopen na het uitstappen. Had ik niet voor hem opgelet terwijl hij zo druk aan het telefoneren was. Had ik niet toegekeken hoe hij het gewoon zonder kijken deed. Had ik niet geroepen toen hij zijn voet op de biels zette.

Achteraf had ik ‘m een stomp in z’n maag moeten geven. Dan had ik hem uitgelegd dat een trein in z’n maag nog wel duizend keer meer pijn had gedaan. Voor hem én voor mij. Hij had me ervoor bedankt.

Maar hij was gewoon verder gegaan met z’n gesprek. En ik met mijn wandeling naar huis. Het was onecht.

In ieder geval heb ik de karmapunten.